
Ik verheug me op de tocht. De hele week heb ik tweets, blogs en krantenartikelen gelezen over het wel en wee van de tochtgenoten. Van de vrijgemaakte predikant Jos Douma die onderweg plots een psalm ging lezen, tot schrik van sommige van zijn tochtgenoten. Over de atheïstische dominee Klaas Hendrikse en de oud-synodevoorzitter Gerrit de Fijter, die eerder recht tegenover elkaar hadden gestaan en elkaar nu bij toeval op het pionierspad ontmoetten.
Wat zal mijn verhaal worden over de tocht?
We zijn hekjes over geklommen, langs schapen gelopen en door heel hoog gras. Ik kreeg het polsbandje en ik heb het zinnetje voor de camera gezegd.
De tocht op het pionierspad begon een week geleden op het oude land, in het Muiderslot, ging door nieuw polderlandschap en eindigde in Vollenhove, weer terug op het oude land. Op het pionierspad komen oud en nieuw samen. Je loopt over een geschiedenis waarin er land verloren is aan het water, land bevochten is op het water, en wat aan beide kanten gevat is in het vertrouwde, veilige, oude land.
Bij mij viel er iets op z’n plaats. Ik merk het laatste jaar, dat ik gemakkelijker toegang heb tot geloofswoorden die ik eerder niet zou gebruiken, want steil en leeg of massief. Ik zie het aan de gebeden en de werkvormen die ik maak. Ik had er een week of wat geleden een gesprek over met een collega die ditzelfde bij zichzelf opmerkte. In het gesprek aan het einde van de tocht bleken meer tochtgenoten dit te ervaren. Er komt de laatste tijd meer gemak in geloven: ruimte voor bidden, voor oude woorden, en voor bevindelijkheid. Wel op een andere manier dan vroeger: het hoeft niet perse, het kan ook anders. Wat ik dacht dat alleen met mijn eigen geloof te maken had en dat van mijn collega, blijkt door meer mensen herkend worden. Ik begon te begrijpen dat dit een ontwikkeling is. Terug in het oude land. Niet als dezelfden. Er is land verloren en er is land gewonnen.