Met z’n allen lopen we verder en komen bij een kapelletje. Het ligt vlak tegenover de gang van de stigmata waar iedere middag de processie doorheen gaat. De kapel is klein en licht. Op de muur van de absis, achter het altaar, is een fresco te zien, ovaal van vorm. Op de fresco staat een boom. De boom is zo groot, dat hij maar net in de ovale vorm past. In de boom zit Maria, met Jezus op haar schoot. De boom is donkergroen en heeft een volle kruin, als een eik in de zomer. Het is een beeld van vruchtbaarheid, maar ook van kracht en rijpheid. We zijn verrast; het is ongebruikelijk Maria afgebeeld te zien in een boom. Op de linkermuur zit ook een fresco. Met z’n allen ontcijferen wat er op staat, we denken dat het opstanding is en tellen hoeveel engelen er zijn.
In de souvenirshop is misschien wel een boek te vinden waarin iets over deze kapel te vinden is, zeg ik. En al hoor ik dit mezelf voorstellen, het is alsof er nog nooit eerder iemand in deze kapel geweest is, alsof wij de eerste zijn die hem ontdekken.