berthevansoest (berthevansoest) wrote,
berthevansoest
berthevansoest

De vrouw uit het Soesterkwartier en de vrouw bij de bron. Analyse van een filmpje voor pioniers

Er is een filmpje gemaakt voor de leergemeenschap Pionieren van de Protestantse Kerk. Het kwam in april 2019 uit. Het is bedoeld om te leren ‘luisteren’. Dat is de pioniersterm voor het leren kennen van de behoeften en verlangens van de mensen buiten de kerk met wie je een gemeenschap wilt vormen. Het is een essentieel onderdeel van pionieren. Ik geef in dit stuk een reflectie op dit filmpje.


Een PDF met een bijna letterlijke tekst van het filmpje.

Het filmpje is gemaakt aan de hand van ervaringen van Oeds Blok in de gemeenschap Buurtkerk Soesterkwartier in Amersfoort. Hij vertelt aan de hand van zijn ervaringen hoe je het luisteren het beste kan aanpakken. Er zit de oprechte wens in om mensen buiten de kerk te leren kennen en er een diepgaand contact mee op te bouwen.

In het begin van het filmpje introduceert Blok een probleem waar hij een oplossing voor biedt. Dat is de schrik en angst die je kan voelen wanneer iemand heel andere denkbeelden heeft, die dichtbij komen. Dat heeft vaak tot gevolg dat je je terugtrekt uit het gesprek en je niet meer nieuwsgierig bent naar de ander. Blok propageert om dit te signaleren bij jezelf, je normen en waarden los te laten, je aandacht helemaal te richten op je gesprekspartner en om vragen te stellen over die denkbeelden en de betekenis daarvan in iemands leven. Dan ontstaat er, zegt Blok, misschien ruimte waarin jij jouw visie in kan brengen en misschien een woord van Jezus. Het is een dynamiek van ‘loslaten’ en ‘uitspreken’.

De uitnodiging je bewust te worden van je angst is belangrijk. Ik kan dit niet genoeg benadrukken. Het kan er al zijn wanneer we ergens binnenstappen en de geur ruiken die er hangt. Angst is een onaangenaam gevoel. We willen het graag weg stoppen om het niet te voelen en wijzen de ander dan maar af. Het een belangrijk instrument dat Blok biedt. Deze manier van werken verdiept ontmoetingen met mensen die niet zijn zoals wij. Het is van het grootste belang, en ik denk dat we nog een stap verder kunnen gaan in de toewending. Ook zie ik een valkuil in het filmpje, in de wijze waarop vrouwen en mannen een rol krijgen en in de gehanteerde theologie.

Stereotypering

Het probleem wordt geïntroduceerd met een voorbeeld van een gesprek dat Blok voerde. Een gesprek met een vrouw. Samen met zijn team was hij drie keer bij een vrouw geweest om op te ruimen. Hij benoemt haar als een "leuk en creatief mens". In een gesprek was deze vrouw begonnen over karma en sterrenbeelden. Daar nu, was Blok van geschrokken. Hij voelde zich bedreigd, het kwam te dichtbij. Hij verloor het contact en wat hij het ergste vond, zijn nieuwsgierigheid. Het is een sterk voorbeeld. Weerstand tegen deze denkbeelden zal door veel christenen, vooral aan meer orthodoxe en evangelische kant van de Protestantse Kerk, herkend worden. In sommige kringen maak je dan een kruis met je wijsvingers, dat betekent dan dat het ‘occult’ is en verwerpelijk. Oeds poogt om daar niet zo’n oordeel over te hebben. Dat is een grote stap.

In dit voorbeeld nu, komen een aantal stereotyperingen van vrouwen samen. Het is voor vrouwen -en mannen- nadelig als die een rol gaan spelen in denkbeelden over God en heil. Dat doen ze van oudsher en we zullen zien dat dit ook gebeurt in dit filmpje. Dat is de valkuil die ik wil benoemen. De eerste stereotypering is: “Vrouwen zijn chaotisch”. Het is zo’n rommel bij deze vrouw dat zijn team er wel drie keer geweest is om orde te scheppen, zoveel was er te doen. De tweede stereotypering is: “Vrouwen zijn irrationeel”. De vrouw in het Soesterkwartier gelooft in sterrenbeelden en karma, beide niet rationeel te verklaren. In seculiere omgangstaal wordt dan gezegd: ze is ‘spiriwiri’, ‘aardstralenvrouwtje’, ‘zweefteef’. De derde is: “Vrouwen zijn exotisch en vreemd”. De vrouw is als vreemd, griezelig terrein dat onderzocht en in kaart gebracht moet worden, zodat ze niet meer gevaarlijk is (vgl.: Simone de Beauvoir, de Tweede Sekse, mythen) . Het vierde stereotype is dat van “Damsel in Distress”. De vrouw als hulpeloze, die gered wordt door de mannelijke held. De vrouw uit het voorbeeld kan haar huis niet zelf opruimen en wordt geholpen. We zien hier ook de ongelijkwaardige situatie van hulpgever en hulpbehoevende.

De vrouw bij de bron

Blok’s verhaal wordt steeds ondersteund met teksten uit de bijbel. Een stukje verder in het filmpje haalt Blok de tekst over Jezus en de vrouw bij de bron aan, waarin Jezus te drinken vraagt aan de Samaritaanse vrouw, die water aan het putten is (Johannes 4). Blok voert Jezus op als voorbeeld, als iemand die meester is in stellen van vragen en dus aandacht heeft voor zijn gesprekspartner. Het verhaal bij de bron spiegelt de situatie van het gesprek in het Soesterkwartier. Omdat het om een man en een vrouw gaat, waarbij de man en de vrouw dezelfde positie innemen, associeer je Blok met Jezus, en de vrouw bij de bron met de vrouw in het Westerkwartier. De Samaritaanse vrouw lijkt op de vrouw uit het Westerkwartier en Jezus lijkt op Blok. Net als de vrouw uit het Amersfoortse voorbeeld draagt de vrouw bij de bron geen naam. Ze is als Samaritaanse vreemd en anders, net als de vrouw uit het Westerkwartier. Verder heeft ze vijf mannen gehad, en de man die ze nu heeft is niet haar eigen man. Je zou dat als chaotisch kunnen kenschetsen. Jezus wil deze vrouw redden, zoals Blok de vrouw in Amersfoort redde met zijn opruimactie. Het is een ongelijkwaardige relatie.

Als we ons de tekst in herinnering brengen, dan spiegelt het verhaal over de vrouw bij de bron, het gesprek van Blok in Amersfoort niet helemaal. Bij de vrouw in het Soesterkwartier was het een rommel en werd er opgeruimd. Er vond een ordening plaats, waarin alles een juiste plek kreeg. In het verhaal van het vrouw bij de bron gaat het over water. Levend water stroomt. Interessant nu is dat dit een kenmerk is, dat stereotiep aan vrouwen toegeschreven wordt. Mannen ordenen en heersen; vrouwen stromen en vloeien. Jezus bezit hier dus kenmerken van een vrouw. Maar het water van Jezus is wel anders dan dat van vrouwen. Het water van vrouwen heeft te maken met geboorte, met het aardse, tijdelijke leven: menstruatie, borstvoeding, vruchtwater. Jezus biedt het levende water, het eeuwige leven. Jezus bezit dus een kenmerk dat aan vrouwen toegeschreven wordt, maar dan in overtreffende trap. Vrouwen hebben en bieden het aardse water. Jezus heeft toegang tot en schenkt het eeuwige, levende water.

Nog een verschil tussen het bijbelverhaal en het eerste gesprek is, dat de vrouw daarin vreemd en onbegrepen bleef. Blok liep daar tegen zijn probleem op. In het verhaal van de vrouw bij de bron blijft ze geen vreemde, maar wordt ze geheel doorgrond door Jezus. Jezus weet, zonder dat de vrouw dit gezegd heeft, dat ze vijf mannen heeft gehad en dat de man die ze nu heeft, niet de hare was. Jezus doorgrondt en doorziet haar. Jezus is dus paranormaal. Dat hoort bij de sterrenbeelden en het karma uit het gesprek in het Soesterkwartier, bij het irrationele, het zweefteverige, een van de stereotyperingen van vrouwen. Jezus heeft nu dit stereotiepe kenmerk, maar bij hem wordt dit positief gewaardeerd. De vrouw erkent Jezus als profeet, die het levende water geeft. In het gesprek in het Soesterkwartier bleef de vrouw een bedreigend mysterie. In het verhaal van de vrouw bij de bron wordt ze helemaal gekend door Jezus. Hij overtreft Blok en vervult de opgave waarin Blok faalde. Jezus geeft geen oordeel en behoudt het contact wel. Ook weet Jezus wat de behoeften van de vrouw zijn, het doel van het ‘luisteren’. Het lukt Jezus zelfs de vrouw aan zich te binden. Ze bekeert zich, en haalt anderen op om naar Jezus te gaan.

Jezus bezit dus vrouwelijke eigenschappen. Hij doet het beter dan Blok, vanwege deze eigenschappen. Maar dit straalt niet af op vrouwen. Blok wordt door de opbouw van het filmpje met Jezus geassocieerd. Doordat hij dezelfde positie als Jezus inneemt, vallen Jezus en Blok helemaal samen. Het mooie straalt af op Blok.

De vader

Jezus stelt zich helemaal open, zegt Blok. Hij verwijst daarbij naar Filippenzen 2. Hij had de gestalte van God, liet alles los en werd mens. Blok vraagt zich af hoe Jezus zo open kon zijn; hijzelf voelt zich bedreigd. Bij bedreiging is het belangrijk je veilig te weten, zegt Blok. Dit zou het voor pioniers gemakkelijker maken om diepgaande contacten aan te gaan. Oeds vermoedt dat het geheim van Jezus om zich veilig te voelen, de band met de Vader is. Jezus weet dat hij geliefd is door de Vader. “Zo kon Hij open staan voor de ander en zichzelf geven, zelfs ook naar de vijandige ander.” De hulp om te kunnen gaan met een bedreigende, vreemde ander, in het voorbeeld een vrouw, komt dus bij een man vandaan, uit een specifieke ouder-kind relatie, de relatie tussen een vader en een zoon. Vrouwen, als moeders en dochters staan daar buiten. Wij hebben daar geen deel aan, niet aan de intimiteit, en ook niet aan de veronderstelde ‘hoogste’, ‘heiligste’, relatie die er is, die tussen de Vader en de Messias. Ik voelde me in de loop van het filmpje steeds meer in de steek gelaten, buitengesloten van de goede dingen, tot ik er helemaal geen deel meer aan had.

Luisteren naar de vader

Tegen het eind van het filmpje vertelt Blok dat zijn gemeenschap heeft ‘geluisterd’ naar de mensen uit het Soesterkwartier, dat ze hun cultuur en hun ritmes hebben leren kennen en zich daaraan aangepast hebben. Iemand had hen gesuggereerd dat het evangelie gepraktiseerd moest worden, dat het ‘gedaan’ moest worden. Ook trok Blok zich de verwachting aan van een oudere man. Die had hem gezegd dat hij respect had voor mensen die geloven, en ernaar leven. Dit is niet voor niks een oudere man. Die heeft rol van een vader, gespiegeld en verbonden met God de Vader, die veiligheid biedt. Blok en in zijn voetsporen de Buurtkerk, blijven binnen deze veilige band, en de band wordt versterkt door te doen wat de oudere man aanraadt. Het kan best zijn dat degene die suggereerde dat het evangelie vooral gepraktiseerd moest worden, een vrouw is geweest, maar dat wordt niet gezegd.

Het loslaten van het oordeel is een belangrijke stap in het contact met iemand die anders gelooft en denkt dan wij. Blok ervaart de toewending naar de ander als een bekering. “Ik heb meer rust gekregen over mezelf en meer aandacht voor mijn eigen verhaal. Maar ook ben ik meer open gaan staan voor het verhaal van de ander. Het is een bekering tot de ander.” Hij vergelijkt het met de verandering die Petrus onderging toen hij het huis binnenstapte van een gelovige heiden, Cornelius de hoofdman. Hij zag toen dat de Geest van God ook bij de heidenen was, die in tongen spraken en God loofden (Handelingen 10). Door hem ontdekt Petrus dat God ook bij de heidenen is. Deze nieuwe geloofsruimte wordt hem geschonken door een man, die hem uitnodigt in zijn huis. Cornelius schenkt hier het heil. Ook in dit verhaal komt geen vrouw voor die het heil biedt.

De dynamiek van luisteren en uitspreken

In Buurtkerk Soesterkwartier werden de activiteiten en het tijdstip van samenkomst veranderd. De veranderingen gaven de Buurtkerk een nieuw venster op het geloof van de gemeenschap. Maar ik zag eigenlijk alleen praktische veranderingen. Ik mis in de dynamiek van ‘luisteren’ en ‘uitspreken’ het moment waarop de ander die zo anders denkt en vreemd is, ons existentieel kan raken en inspireren. Ik had me kunnen voorstellen dat Blok over het gesprek met de vrouw uit het Soesterkwartier had gezegd: “Wat is het jammer dat ik schrok, dat ik niet geraakt kon worden door haar visies, kon kijken of karma of sterrenbeelden iets voor mijn leven en geloof zouden kunnen betekenen.” Maar dat kan niet in de dynamiek, zoals die in dit filmpje gepresenteerd wordt. In de dynamiek van loslaten en uitspreken geef je de ander ruimte waarop vervolgens ruimte kan ontstaan waarin jij jouw perspectief kan geven en misschien een woord van Jezus. De ander mag zo denken als hij of zij wil, maar jij mag niet denken zoals die niet- christelijke ander. Er is geen ruimte voor dialoog of wederzijdse beïnvloeding. Daar lijkt een verbod op te zijn. Bovendien, bij een vrouw die geholpen wordt, waarbij de pionier als redder aanwezig is, zal die beïnvloeding niet plaatsvinden. Daar wordt vooral op neergekeken. Ongelijkheid en machtsverschil worden niet aangeraakt in deze dynamiek van loslaten en uitspreken.

Chaos en de ander in de theologie

Er is theologie die stereotyperingen opneemt en ze positief inzet, om de stereotypering te boven te komen. Een van de stereotyperingen van de vrouw was: ‘chaotisch’. Er is bijvoorbeeld een manier van denken waarbij niet neergekeken wordt op ‘chaos’, maar die juist als scheppend wordt gezien. Catherine Keller, een procestheoloog, geeft de chaos in Genesis 1 een heel positieve rol. Deze chaos is als een kosmische baarmoeder waar wij onderdeel van uitmaken, met impulsen waaruit de schepping voortgaand ontstaat. Er hoeft niet gesorteerd of geordend. Er hoeft geen verschil gemaakt te worden tussen levend water en aards water, tussen tijdelijkheid en eeuwigheid.

Een andere stereotypering was ‘de vrouw als de ander’. In sommige theologie wordt de ‘ander’, of het ‘andere’ dat we niet kennen, zeer gewaardeerd. Dat is in de theologie die in het spoor gemaakt wordt van Levinas en Derrida. Daarin kan die ander de Messias zijn, of is er sprake van een ‘messiaanse structuur’ die open staat voor ‘het andere’ of ‘de ander’ die op ons toekomt. In deze theologie is die ander niet iets om te doorgronden en te bezitten. In dit spoor van denken is de opgave om dit ‘andere’ of ‘de ander’ niet op te nemen en te begrijpen in ons eigen denksysteem en die te maken zoals wijzelf zijn. En ook om de ander niet als een object te zien, die je gebruikt voor jouw eigen doelen. Het blijkt steeds weer, dat dit niet lukt. Dat is het verdriet in dit denkspoor en tegelijkertijd er is de hoop dat dit ooit wel zal lukken. In deze theologie is het juist ‘de ander’ die onze redding kan zijn. Aanzetten hiertoe zitten in dit filmpje. Niet willen schrikken van de ander, maar die serieus willen nemen. De ervaring ‘bekeerd te zijn tot de ander.’ Het willen ontvangen van heil van vreemden: van de oudere man uit het Soesterkwartier en in het voorbeeld uit Handelingen, van Cornelius de hoofdman. Maar het blijft een fraterniteit: van vaders en zonen, van mannen onder elkaar.

Conclusie

Vrouwen komen in dit filmpje niet voor als dragers en schenkers van de goede dingen in het leven. Ze worden door inhoud en opbouw geassocieerd met met bedreiging, onveiligheid, vreemdheid, hulpeloosheid, irrationaliteit, rommel, aarde, tijdelijkheid en sterfelijkheid. Ze zijn objecten om te begrijpen en te redden, om hen uiteindelijk te binden in een bekering. Je zou kunnen zeggen dat de vrouwen pars pro toto staan voor de hele niet-kerkelijke gemeenschap van Soesterkwartier, die doorgrond moet worden om ze kunnen redden en ze te binden aan de gemeenschap. Het zijn de mannen die het heil bezitten en brengen, in welke vorm dan ook. Ze ordenen, doorgronden, geven het levende water van de eeuwigheid, vinden als zonen veiligheid in de band met de vader, geven als oudere mannen opbouwend advies. Let wel, het is niet uitsluitend dit filmpje of onze kerk waar vrouwen niet in beeld gebracht worden als positieve identificatiefiguren en brengers van het goede leven. Negeren van vrouwen gebeurt zelfs in kringen waar het expliciet beleid is om vrouwen of anderen met weinig macht, aan het woord te laten en in beeld te brengen. Dit laat zien hoe het diep dit verankerd is, in ons allemaal. Het is niet expres. Het gebeurt onbewust.

In de leergemeenschap pioniers wordt gezegd, dat er niet aan theologie gedaan wordt, omdat we daar te breed voor zijn. Dit filmpje laat zien dat dit niet waar is. Het is een heel bepaalde theologie die hier gepresenteerd wordt, die aan alle pioniers als vanzelfsprekend, heilzaam gegeven wordt. Laten we benoemen dat we aan theologie doen en aan welke, anders blijft het ondergronds. Een paar aanbevelingen voor de leergemeenschap. Ten eerste, breng pioniers in contact met theologie, school hen in verschillende manieren van denken over heil, God en mensen. Maak pioniers er bewust van hoe theologie, taal, beelden voor God en heil, uit kunnen sluiten, en draag alternatieven aan. Ten tweede, let bij het maken van leermateriaal voor pioniers op de manier waarop vrouwen in beeld komen in relatie tot het heil. Maak hen uitdrukkelijk tot dragers en verkondigers van het goede leven. Neem dit op in de standaard waaraan materiaal moet voldoen. Ten derde, vrouwen komen er in bijbelverhalen gewoonlijk bekaaid af. Neem de afstand tussen bijbeltekst en de lezer(-es) serieus. Maak verschil tussen de context van de bijbel en de context van nu. Zie het als heilige teksten om op kousenvoeten te benaderen, voorzichtig te openen, niet om plompverloren te hanteren als norm voor nu. Ontwerp materiaal waarin pioniers de bijbel leren lezen met een argwanende en een queer blik. Ten vierde, ga verder met de belangrijke stap die Oeds Blok hier aanbiedt. Deze methode verdiept de ontmoetingen met mensen die heel anders zijn dan wij. Geef nog meer ruimte in het ‘luisteren’. Geef pioniers toestemming om in dialoog te gaan en zich existentieel te laten raken in hun geloof.

Tot slot. Laten we nog eens teruggaan naar wat hier gepasseerd is aan ontmoetingen en verhalen. Wie heeft er nu concreet het goede leven laten zien? Dat is een vrouw, de vrouw bij de bron. Zij is degene die water putte en Jezus te drinken gaf.
Tags: bijbel, kerk, pionieren
Subscribe

Posts from This Journal “kerk” Tag

  • Post a new comment

    Error

    default userpic

    Your reply will be screened

    Your IP address will be recorded 

    When you submit the form an invisible reCAPTCHA check will be performed.
    You must follow the Privacy Policy and Google Terms of use.
  • 0 comments