Dank dat ik voor jullie mag spreken, als theoloog en een tijdje betrokken bij kunst en spiritualiteit vanuit de Protestante Gemeente in Breda. Ik werkte van 2012 tot en met januari 2015 in een project dat Noorderlicht heette. Wij probeerden vormen te vinden om mensen buiten de kerk aan spreken. Toen ik in Breda werkte, gebeurde er van allerlei op het gebied van kunst. Om te beginnen werd er een kerk verbouwd.
Een kerkgebouw inrichten
Een kerkgebouw is kerkelijke, spirituele kunst. In het gebouw weerspiegelt zich de identiteit van een geloofsgemeenschap. Sommige kerken, vooral die van vroeger, zijn zo gebouwd dat hij naar boven, naar God reikt. Tegelijk zijn ze het centrum van stad of dorp. Sommige andere kerken, vaak gebouwd in de 20e eeuw, zijn een bastion van baksteen, afgesloten van de buitenwereld. Deze gebouwen laten zien dat de geloofsgemeenschap kritisch staat ten opzichte van de omringende wereld en zich daarvan afscheidt.
Ook de inrichting van een kerkgebouw toont wat een geloofsgemeenschap belangrijk vindt. In een gemeenschap waarin bijbel en preek centraal staan, staan de stoelen vaak rondom de preekstoel. In kerken waar het draait om de eucharistie, staan van oudsher lange rijen banken, gericht op het altaar voorin de kerk.
Onze verbouwing vond plaats toen de Lutherse Gemeente in Breda in 2013 samenging met de Protestantse Gemeente. Het ging om de Lutherse Kerk in het centrum van de stad, aan de Veemarktstraat. De buitenkant stamt uit 1770 en het gebouw heeft een 16e eeuwse crypte, die een monument is. Wat wilden wij met dit gebouw als geloofsgemeenschap? In de Algemene Kerkenraad, het bestuur van de gemeente, leefde het ideaal dat het de ‘huiskamer van de stad’ zou zijn. Het moest een gebouw worden waar veel mensen zich thuis zouden voelen, een plek waar missionaire en culturele activiteiten zouden plaats vinden. Ook moest het verhuurd kunnen worden. Het gebouw mocht niet op de begroting drukken.
Ik kreeg met de verbouwing te maken toen ik als toekomstige gebruiker van het gebouw, in de inrichtingscommissie kwam. De kerkrentmeesters wilden de crypte zo inrichten, dat hij verhuurd kon worden voor sjieke diners. De jeugdwerker wilde daar loungen op lage banken en de studentenpastor wilde er met een biertje achterover kunnen leunen. We kwamen er niet uit. We hebben ons lot toen in de handen gelegd van Edwin Huisman, interieurontwerper van “Huis, interieur ontwerp”. Zijn schoonvader was Luthers gemeentelid. Hij wilde graag een kerk inrichten. En zeker deze, van zijn schoonvader. We hebben Edwin Huisman blind gevolgd en hij kreeg ons, jeugdwerker, Luthers predikante, studentenpastor, de kerkrentmeesters en mij, op één lijn. Onnadrukkelijk heeft hij kerk en crypte stijlvol ingericht.
Edwin Huisman was onkerkelijk. Er bestaan professionele kerkinrichters met gevoel voor kerkelijke tradities en stijlen. Die hebben wij niet in de hand genomen. Dat is opmerkelijk. Maar wij, wij wilden voor iedereen toegankelijk zijn, meetellen, bij de stad horen en we wisten: de kerk ligt niet goed in de samenleving. Daarbij komt dat het gebouw verhuurd moest kunnen worden, dan bleef dit erfgoed in ons bezit. Onze identiteit zat ons in de weg. We hadden dus eigenlijk geen kerkelijke inrichting nodig; onze doelen waren niet zo kerkelijk. Ook lang niet al het kader van de gemeente was zo gelovig, ze hadden vooral een groot hart voor de gemeente. En wat we geloofden verschilde. We lieten onze identiteit dus zoveel mogelijk weg.
Het summum van spirituele verbreding is het schilderij dat Huisman koos voor de bovenzaal: een grote cirkel. Heel spiritueel: iedereen kan er wat heel dieps in zien, zonder dat het vast zit aan een religieuze traditie.
Bij de inrichting van ons kerkgebouw tekent zich een beweging af naar secularisering, naar ontkerkelijking, binnen de kerk zelf.
Berlinde de Bruyckere
Ik noem nog een voorbeeld van een beweging naar secularisering binnen de kerk. Dat gaat over kunst in de kerk en de omgang met het lijden. Anne Marijke Spijkerboer is predikant en werkt met kunst in de kerk. Zij zit vaak aan bedden in ziekenhuizen. En ze merkt dat mensen die zij bezoekt graag hun wonden willen laten zien, operatiewonden. Zij vragen erkenning voor hun lichaam dat er zo anders uitziet dat dan ze gewend zijn, dat zo’n pijn gedaan is, zo zwak en breekbaar, en zo verdrietig gekwetst. Wij hebben daar in de christelijke traditie een beeld voor: Jezus aan het kruis, of alleen een kruis. Dit beeld helpt niet meer. Het is versleten, het doet niks meer met mensen.
Anne Marijke Spijkerboer brengt iets nieuws binnen. Ze gebruikt beelden van Berlinde de Bruyckere. Hompen vlees, waarin mensen hun lijden kunnen herkennen: “Zoals die mens daar, zo ben ik nu ook geworden en dat helpt mij, mijn lijdende lichaam te accepteren.”
Dit is een stap naar secularisering binnen het geloof. De connotaties van identificatie met Jezus en met verlossing, die het beeld van Jezus en het kruis hebben, zijn er niet meer. Dat zijn gedachten als deze: “Jezus leed, net als ik nu lijd.” Of “Jezus lijdt als ik, maar hij vaart naar boven, komt in de hemel en zit naast God. Daar heeft hij geen pijn meer. Als ik daar kom, en dat hoop ik, dan heb ik ook geen pijn meer. Dit op aarde, waar ik nu ben, is niet het enige.” Maar dit werkt niet meer, dit geloven kerkgangers niet meer. Met de beelden van Berlinde de Bruyckere wordt een verbinding tot stand gebracht waarin het lijden in het hier en nu herkend en erkend wordt. Dat biedt verzoening met het lichaam, zonder hoop of verlossing op een ander moment, of in een andere wereld. De transcendentie valt weg. Wil kunst helpen bij lijden voor mensen in de kerk, dan is het nodig om uit de versleten traditionele religieuze beeldtraditie te stappen en gebruik te maken van seculiere kunst. Dit is een beweging naar secularisering binnen de kerk.
De Zwarte Madonna in de Cultuurnacht
Wij maakten in Breda met het Noorderlicht, een omgekeerde beweging met kunst en lijden, juist naar kerk en geloof toe, bedoeld voor mensen buiten de kerk.
Ieder jaar zetten de culturele instellingen in Breda in een nacht hun deuren open en bieden programma’s aan in samenwerking met kunstenaars. Dit is de Cultuurnacht. Bezoekers lopen door de stad met een programmaboekje en kiezen waar ze heen willen. Met onze kerk, in het centrum van de stad, deden wij daar in 2015 aan mee.
Midden in de donkere kerk stond een Zwarte Madonna, die huilde voor vrede. Zwarte Madonna’s zijn zwarte mariabeelden. Er staat er bijvoorbeeld een in Rockamadore en in Einsiedeln. Er gebeuren wonderen rondom die beelden en ze trekken pelgrims die de Zwarte Madonna’s komen bezoeken. De madonna voor de Cultuurnacht is gemaakt door beeldend kunstenaar Lian Waas.
Kunstenaars zijn meestal niet christelijk. De afstand tussen kerk en kunstenaar is vaak groot. Die afstand vertaalt zich nog wel eens in kunstwerken waarin kritiek zit op geloof en de kerk als instituut, ook wel blasfemie. Dat wilden we voorkomen. We wilden juist een beeld dat mensen op een positieve manier in contact bracht met kerk en geloven. Daarom hebben we er voor gekozen om met een replica te werken van een bestaand beeld. Daar kon dan minder mee misgaan. En wij hebben als opdrachtgever close meegedacht met de kunstenaar.
We probeerden de mensen die die nacht in onze kerk kwamen, in contact te brengen met een diepere laag. We wilden het verdriet om het gemis aan vrede aanraken, en het verlangen naar vrede. We boden ook een adres voor dat verlangen, een adres dat onszelf overstijgt: de Zwarte Madonna. We brachten ze in contact met geloof. Voor ons protestanten, onbekend met de traditie van Zwarte Madonna’s, was het beeld een modern en tastbaar Kyriëgebed, een gebed om Gods ontferming over de wereld.
De replica die we kozen was van de Zwarte Madonna uit Halle in België. Een replica gebruiken van een zwarte madonna gebeurt wel vaker. Die replica staat dan een poosje in de omgeving van het echte beeld en wordt dan in een andere kerk gezet. Wij zijn een stap verder gegaan en hebben het beeld veranderd van uiterlijk en in betekenis. We pasten de devotietraditie van de Zwarte Madonna aan, zodat die aansloot bij onze context. Onze Zwarte Madonna huilde voor vrede. Dat had iets kwetsbaars. Dat past eigenlijk niet in de traditie van zwarte mariabeelden. De Madonna in Halle hield kanonskogels van protestanten tegen, die de stad wilden innemen. De meeste Zwarte Madonna’s zijn ongenaakbare beelden, die afstand en bewondering oproepen. Een huilende Maria ligt dichtbij het moederlijke van een wit Mariabeeld. Het doet ook denken aan een gebroken God, die meelijdt met de wereld.
Ook de bruine mantel, gehaakt met gaten past niet in de klassieke Zwarte Madonna traditie. Ze draagt gewoonlijk mooie mantels die haar koninklijk maken. Bij ons representeerde de bruine mantel, chaos, lijden van de wereld waar de Zwarte Madonna in ondergedompeld is. Wel draagt ze een kroon en is haar mantel afgezet met goud. Haar meelijden met ons en de wereld en haar huilen voor vrede worden bekroond.
We veranderden het beeld van karakter zodat het kon dienen om mensen in contact te brengen met geloof, diepere lagen. Alleen door te durven veranderen, andere accenten te leggen, nieuwe beelden binnen te halen, kan een religieuze traditie levend blijven.
De Madonna stond die nacht in het midden van een spiraal, gemaakt van zout, haar vergoten tranen om de conflicten van de wereld. Om de Madonna te bereiken liep je door de windingen van de spiraal naar binnen en liet je een vredeswens achter in de sokkel. Daar zag je een zwart beeld vol tranen, met het kind Jezus op haar armen. Met haar ogen kon ze niet zien. Die zijn bedekt met roet. Ze keek met de ogen van haar hart.
Er zijn die avond 2500 mensen de kerk binnen gelopen. Charlie Hebdo in Parijs was net gebeurd. Er was behoefte aan een kanaal voor zorgen en angst. We hadden te weinig papier voor wensen. En al gauw was de sokkel vol. De wensen werden gestoken in de gehaakte mantel, die al zwaarder en zwaarder werd. Lian Waas moest het beeld vasthouden, zodat het niet bezweek. Als de mensen dichtbij de Madonna kwamen, keken ze aandachtig naar haar. En de wensen die zij achterlieten waren geen wensen, maar gebeden, persoonlijke gebeden. Het werd werkelijk een vorm van devotie.
Twee bewegingen
Er zijn twee bewegingen in de kerk. De ene beweging leidt naar secularisering van de kerk, ontkerkelijking binnen de kerk. We zagen dat in onze wens om ‘huiskamer’ van de stad te zijn, waarbij we onze christelijke identiteit zoveel mogelijk weghielden. Anne Marijke Spijkerboer moet seculiere kunst gebruiken, om te zorgen dat beelden van lijden zeggingskracht hebben voor kerkgangers.
De andere beweging is een missionaire, om mensen van buiten de kerk met geloof in contact te brengen, waarin geprobeerd wordt vormen te vinden die aanspreken, in het verlangen dat de christelijke traditie blijft voortbestaan.
Beeld Berlinde de Bruyckere: Per Benedetto. Foto door Ekenitr, Flickr.com