Het begrip oudewijvenzomer stamt mogelijk uit de Noorse of Germaanse mythologie waarin de godinnen van het lot spinnend of wevend werden voorgesteld. De godinnen van het lot weefden of sponnen de levensdraden van de mensen. De term oudewijvenzomer kan ook stammen van veldspinnen die lange draden spinnen bij rustig zomerweer, of op oude vrouwen die buiten zitten te breien als het mooi weer is.
Ik trek een kaart bij de vraag: Wat is dit Sint Michielszomertje voor mij belangrijk? Op de kaart die ik trek staat Araru, een oude Babylonische godin, die aardewerk maakt uit klei en water.
Iets doen of maken waar ik zeggenschap over heb. Dat is voor mij nu belangrijk. En dat dan delen.
