De Think! shoenen staan er. Prominent bij het binnenkomen. Niet bij alle andere afgeprijsde schoenen, maar als iets bijzonders apart gezet. En toch 20% eraf. Ik zie mijn maat niet, die is 42, en waag het erop het te vragen. En jawel, er zijn nog meer maten van de schoenen die er staan. Ik kies de leukste schoenen uit, mooie bruine, en zeg erbij, dat ze maar met iets terug moet komen dat erop lijkt als ze er niet meer zijn.
En dat is zo. De schoenen zijn er niet. Er is alleen een sandaaltje en een paar zwarte schoenen in mijn maat. Op de zwarte schoenen loop ik bijna meteen weg. Maar, bedenk ik me, had Henny van het aarde en hemel groepje, ook niet precies zulke? De workshop van twee weken geleden waarin Jacqueline en ik hetzelfde bloesje van de DiDi aan hadden op de kleur na, staat me nog helder voor de geest. Heb ik op de volgende viering van aarde en hemel de dezelfde schoenen als Henny aan. Want ik wil juist dan jurkjes aan. Dat weet ik nu al. Ik ga naar huis. Zonder schoenen.
Thuis kijk ik het na op de computer. Ik heb de schoenen zo te pakken. In het document waar ik aan bezig ben, heb ik een foto van Henny gezet terwijl ze met zwarte Think! schoenen in het midden van de zonnespiraal staat. Ik werk de zonnewende viering uit voor liturgie commissies en de foto van Henny’s schoenen in het middelpunt van de spiraal maakt duidelijk hoe groot de ruimte in het middelpunt moet zijn. En trouwens, in dit blog staat ‘ie ook, een eindje naar beneden.
Ik moet goed naar de foto kijken om het te zien, maar ik geloof dat mijn zwarte schoen net even anders is.
Er is hoop voor de schoen en mij.