"
Wat heeft mijn lichaam nodig, maar vind ik moeilijk te geven?
De veerman roeit de boot en een moeder geeft de kinderen de borst. De moeder is uitgeput. De veerman ben ik terwijl ik midden in een project zit, en ik ben ook de moeder, tobberig moe. Als ik ergens midden in zit vind ik vind het moeilijk om mijn lichaam voldoende rust en ontspanning te geven.
Er zit een grote tegenstelling tussen de vitale, krachtige veerman en de uitgeputte vrouw. Gek is dat.
Fragment uit: Thomas van Celano, Gedenkschrift van Franciscus’ daden en deugden, no. 133. In: De oudste verhalen over Franciscus van Assisi, Gottmer 2006